Links zie je de hoes van een cd met werken van Peteris Vasks, die ik aan je wil voorstellen (Weer dat mooie blauw, zie je dat?). Maar eerst even over een eerdere cd.
Het Pater Noster van Vasks is voor mij voortaan een herinnering, een herinnnering aan een stem, aan een geschiedenis. Niet aan een verleden. De welwillendheid en de zachte, lieve troost die de muziek hebben, draag ik naar één bepaalde plaats. Altijd, die muziek wil ik niet meer horen zónder die intentie. Met een lichte ontzetting voel ik het grote verdriet aan. Het verdriet overigens, dat alleen maar kan bestaan bij de gratie van het geluk. Want zonder besef en realisatie van geluk zul je nooit verdriet kunnen peilen. En andersom: denk niet dat je ook maar iets voorstelt als je niet geleden hebt.
Het Pater Noster streelt je gezicht, blaast zacht koelte in je gezicht, is liefkozing, waaraan je je mag overgeven. Het is een gebed, sterker: hét gebed. Het je richten tot ‘onze Vader’, en dat is niet ‘ons paps’. ‘Onze Vader’, dat is de grond van jouw leven, van jóuw geluk en ongeluk. Degene die je zacht mag aanspreken, tot wie je je gezichtje mag opheffen. Degene, die in jouw verdrietige en lijdende ogen ‘de heerlijkheid’ ziet die jij echt bent. En hoe die heerlijkheid via allerlei gekte en verdwazing en verdwaling zijn weg vindt, nee: jóuw weg. Jij bent die verdwazing, ‘Ik weet het allemaal even niet meer...’. Helemaal goed.
Ik heb jouw heerlijkheid gezien, de schoonheid, waar je zo naar verlangt dat iemand anders het je in je gezicht zegt. Het gebed, het Pater Noster, legt je die woorden een beetje in de mond. ‘Uw wil geschiede’, wéés de heerlijkheid die je bent, aanvaard om te beginnen je verdwazing, maar zie je verdwazing als ‘sprake’ van je heerlijkheid, van het vernederde in je, van het geschonden kleintje. Het kleintje, dat zo mooi en zo groot is.
Wat ik heel mooi vind in het Pater Noster is de zin: ‘Van U is de heerlijkheid’. Dat zijn woorden die als gebaar tot tranen roeren. Want het betekent dat je jouw heerlijkheid, hoe geschonden en vertrapt ook, vleit tegen die van ‘Vader’. En jouw heerlijkheid veilig stelt in de zijne. En dat betekent dat als jouw heerlijkheid wordt afgelegd er protest komt in ‘de hemel’, want de heerlijkheid is ‘van U’, ook mijn heerlijkheid is veilig bij ‘U’. Onaantastbaar dus, onvervreemdbaar en wachtend op openbaring.
Nogmaals Vasks: Musica Dolorosa, by Peteris Vasks, was completed in 1983, shortly before the death of the composer's sister, to whose memory this work is dedicated. The work has become Vasks most known and frequently performed composition to date. The composer called this composition "my most tragic opus where there is no optimism, no hope, only pain". The work starts with mournful melodic lines, plucked notes in the low strings resembling heartbeats. The music gradually grows in its intensity reaching an astonishing climax, chaotic and dissonant. Perhaps the strongest musical gesture is introduced in the last section of the piece: a wailing cello solo, full of personal lament.
Dit is het lied wat ik zacht en troostend wil brengen – brengen.
Brengen.