In het oude Griekenland leefde de spraakmakende filosoof Diogenes (404 - 323 v.C.). Zijn enige bezit waren zijn jas en een kom om uit te drinken. De legende vertelt, dat hij woonde in een ton, maar dat is allemaal niet zeker. Hij had iets met honden en hij kreeg zelf ook de bijnaam 'hond'. Want de mensen in Athene en Corinthe vonden zijn gedrag honds. Het Griekse woord 'kune' betekent 'hond' en daarvan is ons woord 'cynisch' afgeleid.
Van Diogenes zijn geen geschriften bewaard gebleven, maar wel uitspraken. Met name in het boek Φιλοσόφων βίων και δογμάτων συναγωγή van de historicus Diogenes Laërtius staan de mooiste verhalen over obscure wijsgeren uit de Oudheid, ook van de cynicus Diogenes.
Eén van zijn uitspraken luidde: 'Je moet wijs zijn om een wijs mens te vinden'. Om die uitspraak kracht bij te zetten, ging Diogenes op klaarlichte dag met een lantaarn over een drukke markt lopen. En als de mensen dan vroegen 'Wat zoek je?', dan antwoordde hij steevast: 'Ik zoek een mens'.
Tijdens een zeereis viel Diogenes in handen van kapers. De heren wilden hem verkopen en vroegen hem aan wie hij verkocht wilde worden. 'Aan iemand die een meester nodig heeft,' was het antwoord. Via omwegen belandde hij in Korinthe en werd huisleraar. Tijdens zijn verblijf in Korinthe kreeg Diogenes de gelegenheid om wijsgereige toespraken te houden op de Isthmische Spelen. Grote mensenmassa's hoorden hem daar zijn theorieën verkondigen. Onder hen was ook keizer Alexander de Grote, die hoogstpersoonlijk naar de filosoof toe kwam. De keizer was kennelijk onder de indruk van de sobere wijsgeer en vroeg hem: 'Wat wil je van me hebben?'. Het beroemde antwoord van Diogenes was: 'Doe een stap opzij, want je staat in mijn zon'. Een andere tekst verklaart die uitspraak een beetje: 'Ik wil niets aan je vragen, behalve dat je een beetje aan de kant gaat, zodat je niet - door mijn zonlicht op te vangen - mij ontneemt wat je me niet kunt geven'.