‘Exister c'est être là simplement...’
Eerst even een geweldige uitspraak van Jean-Paul Sartre (1905 - 1980) in ‘L’ et le Néant’: ‘Le désir s'exprime par la caresse comme la pensée par le langage.’ (Het verlangen komt tot uitdrukking in de liefkozing, de gedachte in de taal) En nog één: ‘Chaque personne est un choix absolu de soi.’ (Elk mens is een absolute keuze van zichzelf) Verder: ‘L’homme est fondamentalement désir d’être, et le désir est manqué.’ (De mens is ten diepste het verlangen om te zijn, en dit verlangen is gemankeerd). Deze: ‘Entre autrui et moi-même il y a un néant de séparation. Ce néant ne tire pas son origine de moi-même, ni d’autrui, ni d’une relation réciproque d’autrui et de moi-même; mais il est, au contraire, originellement le fondement de toute relation entre autrui et moi.’ (Tussen de ander en mij gaapt een kloof van ‘het niets’. Die scheiding komt niet van mij, niet van de ander en ook niet door de wederkerige relatie van ons beiden. Maar hij is juist ten principale de basis van elke relatie tussen de ander en mij.). Zucht. Nog één: ‘Je suis esclave dans la mesure où je suis dépendant dans mon être au sein d’une liberté qui n’est pas la mienne et qui est la condition même de mon être.’ (Ik ben een slaaf in de mate waarin ik voor mijn bestaan afhankelijk ben van een vrijheid die de mijne niet is en die dan de voorwaarde is voor mijn bestaan). Nadenkertje: ‘J’ai besoin de la médiation d’autrui pour être ce que je suis.’ (Ik heb de tussenkomst van de ander nodig om te zijn wie ik ben). En uit ‘L'existentialisme est un humanisme’: ‘Pour obtenir une vérité quelconque sur moi, il faut que je passe par l'autre.’ (Om iets waars over mezelf te achterhalen moet ik me vervoegen bij de ander).
En dit was nog maar het begin.
Het zinnetje helemaal bovenaan komt voor in ‘La nausée’ van Sartre, een boek dat hij schreef in 1938. ‘Existeren is eenvoudig er zijn’. Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft Sartre in een tijd van één jaar zijn filosofische hoofdwerk ‘L'être et le néant’ (1943, Parijs). Frankrijk gaat gebukt onder de bezetting van de nazi’s: arrestaties, deportaties, angst en hulpeloosheid zijn aan de orde van de dag. Met zijn boek wil Sartre protesteren tegen dit alles. ‘L’existentialisme est un humanisme’ verschijnt in 1946, een jaar na de oorlog. De citaten hierboven moeten je de smaak geven van deze lectuur.
Nog een paar teksten van Sartre. ‘Mais si vraiment l'existence précède l'essence, l'homme est responsable de ce qu'il est" (Maar als werkelijk het bestaan van de mens aan zijn wezen voorafgaat, dan is de mens er verantwoordelijk voor wat hij ervan maakt) (L'existentialisme est un humanisme). Hier valt de befaamde uitspraak: je bent er eerder dan dat je jezelf begrijpt. Maar toch ben je verantwoordelijk voor wat je bent. Let op: hier stuit je op het probleem van je leven!
‘L'existentialisme, au contraire, pense qu'il est très gênant que Dieu n'existe pas, car avec lui disparaît la possibilité de trouver des valeurs dans un ciel intelligible; il ne peut plus y avoir de bien a priori, puisqu'il n'y a pas de conscience infinie et parfaite pour le penser; […] …l'homme est délaissé, parce qu'il ne trouve ni en lui, ni hors de lui une possibilité de s'accrocher. Il ne se trouve d'abord pas d'excuses. Si, en effet, l'existence précède l'essence, on ne pourra jamais expliquer par une référence à une nature humaine donnée et figée; autrement dit, il n'y a pas de déterminisme, l'homme est libre, l'homme est liberté, l'homme est condamné à être libre. Condamné, parce qu'il ne s'est pas créé lui-même, et par ailleurs cependant libre, parce qu'une fois jeté dans le monde, il est responsable de ce qu'il fait.’ (Het existentialisme zit er juist mee in zijn maag dat God niet bestaat. Want daarmee verdwijnt de mogelijkheid om waarden te vinden in een hemel. Hij kan geen absolute waarheden hebben, want hij heeft in zijn denken geen oneindige en eeuwige mogelijkheden. De mens is verlaten, want hij kan niets vinden om op te bouwen, noch in zichzelf, noch buiten zichzelf. Steeds meer zal hij ontdekken dat hij zonder excuses is, niet te verontschuldigen. Want als inderdaad het bestaan voorafgaat aan het wezen, dan zul je nooit je daden kunnen uitleggen met verwijzing naar ‘de menselijke natuur’. Met andere woorden: er is geen determinisme, de mens is vrij, de mens is vrijheid, de mens is tot vrijheid veroordeeld. Veroordeeld, want de mens heeft zichzelf niet geschapen, en toch is hij niettemin vrijheid, en vanaf het moment dat hij in deze wereld is geworpen, is hij verantwoordelijk voor alles wat hij doet.) (L'existentialisme est un humanisme).
Vlak achter deze tekst zegt Sartre dat de existentialist ook niet gelooft in de macht van de passie. Nooit zal hij een grootse passie zien als een verwoestende stroom waarmee iemand wordt meegenomen alsof het een noodlot is dat voor iemand een excuus kan zijn. ‘L'homme est une passion inutile’, zegt hij in ‘L’être et le néant’.
Genoeg. Tot hier en niet verder.