Zondag 10 februari 2008 – Babel: 'Illusie...'

Voor je dit gaat lezen, moet ik eerst zeggen dat ik niet somber ben of depressief of iets dergelijks. Het gaat alleen maar over ‘eenzaamheid’ en over het feit dat alleen de volstrekt eenzame kan liefhebben. Over het verband dus tussen liefde en dood, zoals het in het Hooglied staat: ‘De liefde is sterk als de dood’. En die strakke uitspraak houdt me even bezig vandaag. Dat is alles, niet schrikken dus. Er zijn trouwens lezers, die deze eenzaamheid kennen en herkennen.

Er zijn twee momenten in je bestaan waarop je onoverwinbaar eenzaam bent: als je sterft en als je oog in oog staat met de ander. Dat eerste heb ik meegemaakt en het tweede eigenlijk ook. En ik herken dezelfde eenzaamheid in de ontmoeting met de ander.

In de film ‘Babel’ (een samenstelling van meerdere verhalen) zie je een Amerikaans echtpaar dat niet helemaal on speaking terms is, zeg maar. De echtelieden maken deel uit van een gezelschap dat per bus een reis maakt door Marokko. De bus rijdt door een heuvelachtig gebied, waar twee jongetjes met een geweer aan het oefenen zijn. Ze schieten op veraf gelegen doelen. Gewoon om te oefenen.

Je ziet in de film het echtpaar eerst een quarrel hebben en dan in de bus zitten. De reis vordert en de vrouw neemt even de hand van de man in de hare. En dat vat deze op als bijzonder, gezien de dingen die tussen hen gebeurd zijn.

Je ziet hoe de vrouw de hand van de man loslaat. Hoe ze haar greep op de hand losser maakt, steeds losser. Want het ‘samen zijn’ is kennelijk niet te verdragen. Je ziet hoe ze zich verwijdert. Hoe ze dan zijn hand alleen nog maar aanraakt met haar vingertoppen. Hoe ze met haar hand over zijn pols strijkt. En hoe haar hand tenslotte los is van de zijne. En hoe ze haar hand tegen haar eigen lichaam aanhoudt. En dan ineens raakt een verdwaalde kogel de vrouw.

Een dokter is natuurlijk niet in de buurt. Een veearts gaat de wond van de vrouw hechten. Ze vergaat van de pijn. In de hut waar de gewonde vrouw ligt te kreperen zit een oude vrouw onopvallend te roken. Op haar gemak maakt ze een pijp klaar met tabak en nog iets, zal ik maar zeggen. Zacht stopt ze de pijp in de mond van de gewonde vrouw. Die er eerst niks van begrijpt. Ze neemt een trekje, en nog een. En ze merkt het effect van het roken, ze beseft de bedoeling van de vrouw, ze begrijpt het gebaar, de boodschap komt over, ze voelt de genegenheid. De zin krijgt gestalte in een daad en in niets anders. Al het andere is illusie: je denkt iets te zien, maar er is niets.

De nabijheid van de ander heeft volgens mij niet iets platonisch. De weg naar de toekomst loopt via de ander, via de taal en dan via het lichaam. Het lichaam neemt de taal op het eind van de nadering voor zijn rekening. Er zit niks anders op. In het lichamelijke gebaar van de vrouw in de film ijlt de taal nog na, er spreekt van alles uit. Maar probeer niet om met woorden te zeggen wat de vrouw met haar gebaar zegt. Dat kan gewoon niet.
En hoe verder de spraak van het lichaam naar de ander gaat, hoe minder de woorden ertoe doen. De spreker en de hoorder, de ontvanger, zijn er nog steeds, maar de taal wordt heviger, intensifeert. En dat komt doordat de eenzaamheid groter wordt en de poging om die te overbruggen wordt heviger. Het lijkt wel dat de eenzaamheid, de ‘solitude’, het ‘ik zijn’, heviger wordt, naarmate de ander nadert. Hoe groter nabijheid, hoe groter scheiding. Waardoor het verlangen evenredig toeneemt. Hoe dichter de een bij de ander lijkt te komen, hoe groter het verlangen wordt. Hoe sterker de afwezigheid, hoe sterker het verlangen. En als de afwezigheid van de één definitief is, dan wordt het verlangen maximaal.

Het gemis is zó groot. De nabijheid is niet te verdragen. Het gemis is sterk als de nabijheid.

'Embracing the Way, you become embraced.
Supple, breathing gently, you become reborn.
Clearing your vision, you become clear.
Nurturing your beloved, you become impartial.
Opening your heart, you become accepted.
Accepting the World, you embrace the Way.

Bearing and nurturing,
Creating but not owning,
Giving without demanding,
Controlling without authority,
This is love.'

Langzaam begin ik de illusie te begrijpen. Vol verwondering ben ik onderweg en reis ik steeds verder. De ontelbare tranen en de pijn begin ik nu pas te - voelen. En nu wil ik - en jij ook - proberen en leren met mededogen te leven.