Zondag 5 augustus 2007 - Zazengi II

Fukan Zazengi

door Dogen Zenji, van wie je hier een andere afbeelding ziet. Deze prent van Dogen is zeer wijd verspreid en mag daarom niet ontbreken.










Algemene aanwijzingen voor de beoefening van zazen.

In wezen is de Weg volmaakt, universeel en overal aanwezig. Het is niet nodig om de Weg te zoeken, noch om hem te realiseren; de Werkelijkheid die ons voort-draagt is onovertroffen en is onafhankelijk van onze inspanningen. Vanzelfsprekend overstijgt de Weg de gewone wereld. Welk mens zou kunnen geloven, dat de methode van "het poetsen van de spiegel" noodzakelijk zou zijn? In wezen is de Waarheid erg dichtbij; is het dan nodig om, al zoekende ernaar, rond te dolen?

Echter, ook al maak je maar de minste vergissing, dan ontstaat er al een kloof, zo groot als tussen hemel en aarde! Zo gauw als een gedachte aan aangenaam of onaangenaam ontstaat, raak je in verwarring en ben je je oorspronkelijke Buddha-mind kwijt.

Er zijn bijvoorbeeld mensen, die trots zijn op hun inzicht en zich succesvol voelen in het najagen van verlichting. Zij denken dat ze verlichting in één oogopslag realiseren, de Weg verwerkelijken en hun geest verlichten en ze voelen zich alsof ze de hemel zelf zouden kunnen bestormen. Maar in feite zijn zij de Weg, (die zelfs verlichting te boven gaat) zo goed als kwijt!

Hoe zal men tegenwoordig de levenswandel verklaren van degene van Jetavana (de Buddha), die alle dingen zag zoals zij werkelijk zijn, met zijn eigen verlichte natuur, en toch nog gedurende zes jaar zazen beoefende?

De roem van degene van de Shaolin-Tempel (Bodhidharma) - die het 'mind-zegel' doorgaf vanuit India, en die toch nog gedurende 9 jaar met z'n gezicht naar een muur in meditatie zat - weerklinkt zelfs nu nog. Daar dit gold voor de oude wijzen, zo zouden ook de tegenwoordige mensen zichzelf krachtig moeten inspannen.

Om deze reden moet je je pogingen, om te begrijpen door middel van kritisch onderzoek van woorden, opzij zetten; de aktiviteit van de naar buiten gerichte geest omkeren naar binnen, en je eigen ware natuur verlichten. Geest en lichaam zullen spontaan afvallen, en je oorspronkelijke gelaat zal je getoond worden. Wanneer je zoiets wenst te bereiken, zou je je hierin met onmiddelijke ingang krachtig moeten oefenen.

Om zazen te doen heb je een rustige kamer nodig. Eet en drink met mate. Vergeet de dagelijkse beslommeringen en laat ze voor wat ze zijn. Beoordeel de dingen niet in termen van 'goed' of 'slecht' en houdt er mee op onderscheidingen te maken, zoals 'is' en 'is niet'. Stop de vloed van gedachten en houdt op met denken in begrippen. Zit niet met het oogmerk een Buddha te worden, want een Buddha worden heeft niets te maken met bepaalde aktiviteiten, zoals zitten of liggen.

Spreid in de kamer die je voor zazen gebruikt, enkele dikke matten uit en plaats daarop een stevig rond kussen. Zit op het kussen met gekruiste benen, hetzij in de volle lotus, hetzij in de halve lotus. In de volle lotus betekent dit dat je je rechter voet op je linker dij plaatst en je linker voet op je rechter dij. In de halve lotus plaats je alleen je linker voet op je rechter dij, met de rechter voet op de mat, beneden je linker dij.

Zorg dat je kleding niet knelt en dat het ordelijk zit. Vervolgens plaats je je rechter hand boven je linker voet en de linker hand in de palm van je rechter hand. Beide duimtoppen moeten elkaar lichtjes aanraken. Breng nu je houding in orde, zodat je op de geëigende manier zit, zonder naar links of naar rechts over te hellen, noch naar voren of naar achteren. Gezien vanaf de zijkant, behoren je oren en schouders zich op één lijn te bevinden, en gezien van de voorkant moet je neus loodrecht boven je navel staan. Plaats je tong tegen je gehemelte en houdt je tanden en lippen gesloten. Je ogen moet je ietsje open houden en je ademhaling moet zachtjes zijn.

Wanneer je lichaamshouding goed is, adem dan een keer diep in en uit. Zwaai met je bovenlichaam wat naar links en naar rechts en zit dan stevig en vastberaden.

Denk over het niet-denken. Hoe je moet denken over het niet-denken? Denk voorbij denken en niet-denken! Dit zijn de grondprincipes van zazen.

Datgene wat wij zazen noemen, is niet een manier om het concentratievermogen te ontwikkelen. Het is een eenvoudige en vreugdevolle methode; het is een praktijk, die je verlichting volledig kan omvatten; in feite is de beoefening van zazen niets anders dan de verlichting zelf!! Het is de manifestatie van de uiteindelijke realiteit en je zal je niet langer opgesloten voelen alsof je in een mand of in een kooi zit.

Wanneer je op de juiste manier zazen doet, en begrijpt waar ik het over heb, zal je zijn als een draak die het water heeft bereikt, of als een tijger die dekking heeft van de bergen waarin hij rondzwerft.

Weet, dat de ware dharma in zazen aanwezig is, en dat verwarring en afleiding van meet af aan zijn uitgewist. Als je opstaat van zazen, beweeg dan rustig en langzaam; maak geen plotselinge bewegingen. Als we het verleden overdenken, zien we, dat het overstijgen van zowel het heilige als het wereldse, of dingen zoals sterven terwijl men zazen doet of terwijl men staat, tot stand kwamen door de kracht van zazen.

Het is zelfs moeilijker om met woorden en begrippen uit te leggen, hoe de oude meesters konden anticiperen op de cruciale momenten, waardoor zij verlichting in een leerling teweeg brachten, b.v. door met een vinger te wijzen, of een paal, een naald of een hamer te gebruiken, of om aan te moedigen met de vliegenmepper, een vuist, een stok of een schreeuw. Hoe zouden bovennatuurlijke krachten oefening en verlichting kunnen verklaren?

Oefening en verlichting zijn de majestueuze gedragingen van het lichaam, die het zichtbare en het hoorbare van deze wereld te boven gaan. Wat kunnen ze anders zijn dan de Dharma die vooraf gaat aan alle begrippen en verklaringen?

Daar dit zo is, is de vraag of iemand al of niet intelligent is, totaal niet relevant; in de beoefening van zazen is er geen enkel verschil tussen de slimme en de domme. Als je jezelf er toe kan zetten vastberaden en met overgave te trainen, is dit op zichzelf reeds het bewandelen van de Weg. Oefening en verwerkelijking laten geen spoor achter van onzuiverheid en degene die vordert op de Weg, is een gewoon mens. Deze wereld of andere werelden, India of China, allen bewaren het 'zegel van de Buddha' (Buddha-mind / verlichting) op de zelfde manier.

Diegene die uitsluitend trouw blijft aan de gebruiken van Zen, en alleen maar zazen beoefent, doet niets anders dan vastberaden zitten op de grond. Ook al zal je horen van tienduizend onderscheidingen of van duizend verschillen, doe slechts serieus zazen en zet je met alle kracht in voor de Weg. Het is niet nodig om je eigen zitplaats te verlaten en alleen maar als vertier naar een of ander land te gaan. Als je je vergist bij een enkele stap, raak je al af van het juiste spoor.

Nu heb je de beschikking over de essentiële voorwaarde, namelijk de menselijke vorm. Ga voorzichtig om met dit essentiële instrument van de Weg van de Buddha. Ga niet van het licht naar de schaduw door andere zaken na te jagen. Zou je werkelijk tevreden kunnen zijn met het licht van de vonk van een vuursteen, terwijl de zon zo oogverblindend schijnt? Bovendien, je lichaam is als dauw op het gras, je leven is zo kort als een bliksemschicht. Zo vluchtig en onbestendig is dit bestaan, dat het binnen één ogenblik voorbij kan zijn.

Ik verzoek jullie - die oefenen in de geweldige traditie van Zen - dringend, om niet rond te tasten, alsof je in een groep van blinden bent en probeert vast te stellen wat een olifant is, of te twijfelen als je eens een échte draak ziet. Volhardt slechts in de eenvoudige Weg die zo duidelijk voor je is aangegeven. Heb respect voor die personen die hun eigen oefening hebben geperfectioneerd, en voltooid hebben wat ze moesten doen. Wanneer je samenvalt met de bevrijding van de Buddha's, zal je een erfgenaam worden van de Patriarchen. Wanneer je voor lange tijd op deze manier oefent, zal je zeker worden zoals zij. De schatkamer zal zijn deuren helemaal uit zichzelf openen, en de schat zal jou toebehoren, om naar believen te gebruiken.

Onderwezen in de elfde maand, het eerste jaar van Kangen (1243), aan de verzamelde monniken in de Yoshimine Tempel, Yoshida district, provincie Echizen.

(Deze tekst is niet van mij, maar ik noem ook de schrijver niet. Ik wil je alleen maar nóg een versie van de Zazengi doorgeven.)