Voor de verre prinses
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tussenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
maar and're sterren zien we in and're tijden.
Uw land is zo ver van mijn land verwijderd:
van licht tot verste duisternis - dat ik
op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.
Maar als het waar is dat door grote dromen
het zwaarst verlangen over wordt gebracht
tot op de verste ster: dan zal ik komen,
dan zal ik komen, ied'ren nacht.
Jan Slauerhoff (1898 - 1936)