Zaterdag 29 september 2007 - Dorothee Sölle: 'Je hebt vleugels...'

'Täglich, so lese ich bei den Mystikern, Gott um die Gabe der Tränen bitten, täglich Salz und Scham, täglich frei werden. Täglich Gott.'

Weet je, ik lees te weinig Dorothee Sölle (1929 – 2003). Wat Richard Rorty is voor het lezen van filosofie, dat is Sölle voor de theologie: de meest frisse wind die je maar kunt denken. Helemaal niet vrijzinnig, maar juist héél zinnig. Weg met die vooroordelen! Dorothee Sölle (ik zie in gedachten de kromme Kierkegaard haar een rode roos en een handkus geven...) ontroert me, telkens als ik langs haar kom. Echt, ’t is maar goed dat je me dan niet ziet. Er is dan ook vaak woede, want woede is worstelen om Geestkracht, zei Dorothee altijd.

Tussendoor een belijdenis van haar:

Ik geloof in de gekruisigde, die leeft:
In de mislukte, die niet mislukt is:
In de weerloze, die door God niet in de steek wordt gelaten,
In de liefhebbende, wiens zaak God tot de zijne heeft gemaakt.
God heeft de weerloze niet bewapend,
Hij heeft hem niet te gronde doen gaan,
Maar Hij heeft hem juist als die weerloze bevestigd,

Aangenomen en liefgehad – dus opgewekt.
In Hem geloven is niets anders
Dan ingaan op Hem
Dan Zijn weg te gaan.

Hieronder staat een gedicht van haar, dat me altijd geboeid heeft. In het gedicht meldt ze dat een student ineens opstaat en huilend wegloopt uit de collegezaal. Waarom loopt die student huilend weg? heb ik me natuurlijk al jaren afgevraagd. Wat heeft ze gezegd dat hem zo getroffen heeft? Eén ding weet ik zeker: het ging over de opstanding. (Ik herken ook hier weer de ontroering, die ik zelf ook heb met haar. Ze kan de thema’s van het evangelie zó concreet maken, dat je gewoon getroffen wordt). IN het gedicht zei ze het al: ‘Maar Hij heeft hem juist als die weerloze bevestigd, aangenomen en liefgehad – dus opgewekt.’

In de opstanding in de klassieke zin kan ze niet geloven. Dat doet ze dus niet. Maar wel geeft ze een betekenis aan het bijbelse begrip ‘opstanding’. En dat doet ze dus kennelijk ook in dat college en dat raakt die student (te) hard. Het mooie aan Sölle vind ik altijd dat ze zo enorm straight is. Haar dochters vonden dat ze op een dag te hard van stapel liep, waarop ma natuurlijk trots vaststelde dat de oudere garde progressiever bleek dan de jongere. Dat was ze altijd: progressief, strevend naar vooruit.

IKON-pastor Judith van der Werf schrijft:
Dorothee Sölle ging onvermoeibaar door. Ze maakte steeds opnieuw die verbinding van mystiek en verzet, van roepen, schreeuwen en vervolgens dáár zijn waar mensen lijden, zich weren en proberen op te staan tegen doodse en dodelijke situaties in. Ze was geen wetenschapper met het hoofd in de wolken. Ze bleef dichtbij het leven in al zijn weerbarstigheid, dichtbij wat mensen - ook zij zelf - ervaren aan pijn, teleurstelling en vreugde. Ze schreef bijvoorbeeld heel open over wat haar scheiding (aan het begin van de jaren zestig) haar deed. Maar tegelijk was haar spreken zo vol gloed, zo vol hoop dat ze leek op Mozes. Mozes zou het beloofde land niet binnengaan, hij moest het doen met het visioen, en toch glansde zijn gezicht toen hij van de berg kwam waarop hij met God sprak. Dat precies had Dorothee Sölle ook.

Teruglezend in haar boeken, haar gebeden en gedichten, valt me op hoezeer ze het spoor dat ze ingezet had met haar eerste boek ‘Plaatsbekleding’ is blijven volgen. Wat daarna kwam is eigenlijk steeds uitwerking of toespitsing van wat ze eerder aan de orde stelde.

Bärbel Wartenberg-Potter (bisschop in de Evang. Luth. Kirche in Duitsland), die de meditatie hield bij haar begrafenis in 2003, zei dat het feitelijk twee levensthema’s waren die haar dreven. Het ene levensthema was het visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde uit de Openbaring van Johannes (Openbaring 21). ‘We hebben een nieuwe hemel en een nieuwe aarde nodig’, zei Dorothee Sölle, ‘een andere wijze van leven, van handelen, van delen, van liefhebben.’

Het andere levensthema van Dorothee Sölle was het vinden van een nieuwe taal voor het spreken over en met God. In haar eerste boek ‘Plaatsbekleding’ had ze afstand genomen van het beeld van een almachtige God. Er is een groot verlangen in haar naar een levende Godservaring, naar liefde die er zomaar is, ‘zonder waarom en waartoe’.

Het is een vraag die ze vaak stelt: in de kerk wordt het evangelie samengevat met het woord ‘liefde’. ‘God houdt van je. Hij beschermt je, God maakt je nieuw’ wordt er gezegd. Alsof het in de liefde om eenrichtingsverkeer gaat. Want wanneer hoor je nou dat mensen naar God verlangen, God willen beschermen, of God nieuw maken? Of zoiets zeggen als: U hoeft geen angst te hebben, wij willen met U verder, we geven het niet op!’

‘We zijn het waard…’
Het is die wederkerigheid die ze zoekt in het gebed, in de mystiek en in poëzie. Bidden is voor haar geen privé-aangelegenheid maar een gemeenschappelijke daad van verzet. Als mensen samen bidden, zegt ze, - op de Filippijnen, in Irak, hier in eigen land - , als ze hun verdriet en hun blijdschap delen met elkaar en God tot bondgenoot maken, dan lichten hun verlangens en angsten er in op. Zij zeggen ermee: ‘Ons leven en onze ervaringen zijn niet willekeurig, we zijn geen wegwerpproducten. We zijn het waard om herinnerd en overdacht, beklaagd en benoemd te worden’.

In het gesprek met mystici wordt haar duidelijk dat je de grote verlangens naar recht, heelheid, een menswaardiger bestaan, niet zomaar in je hebt. Daar is meer voor nodig dan inzicht, ervaring of analyse. Je moet ze leren en ze leren uitspreken en delen. ‘Telkens als we ons aan een andere taal wagen dan de taal van het hebben, dan raken we aan een bron van kracht’, zegt ze.
Tot zover de IKON-pastor.

Ik ga nu een paar teksten geven waarin het woord ‘opstanding’ voorkomt. Ik wil dus weten waarom die student overmand werd door de notie ‘opstanding’.

Hier komt de tekst van het gedicht:
Weitere Gründe Gott zu loben

Heute
hat meine jüngere schwester
öffentlich laut und traurig gesungen
und ich hatte noch nicht gesehen
dass sie flügel hat

Heute
ging ich ein spielzeug kaufen
und ich hasse vergleichen suchen und fragen
und ich hatte noch nicht erlebt
wie schön es ist
einen teddybär zu befreien

Heute
lief ein student weinend aus der klasse
als wir über die auferstehung sprachen
und ich wusste noch nicht
wie allein einer sein kann
mit dir

Ooit heeft ze gezegd: "Auferstehung ist lebendig für die, die aufstehen, also: aus dem Schlaf der Sicherheit oder aus dem Schlaf der Privatinteressen..."

Nog een citaat over opstanding:
Der biblische Imperativ »Wählt das Leben« ist für sie nicht nur der Titel eines ihrer Bücher, sondern die Herausforderung, die hinter jeder theologischen und zugleich politischen Äußerung steht. Damit meinte Dorothee Sölle das große Ja, mit dem Glaubende allen verneinenden und tödlichen Kräften in der Gesellschaft und in der eigenen Seele entgegenzutreten vermögen. Es bedeutet, neu zu erfahren, dass der Weg Jesu für unser Leben »nicht endete, als er zu Tode gefoltert wurde; alles fing erst richtig an. Das nennen wir Auferstehung.« Die Beschreibung dieser Erfahrung ist für Dorothee Sölle Kernpunkt der christlichen Tradition: Glauben, Sünde, Kreuz, Christus, Auferstehung – beschreibt sie mit biblischen Texten verwurzelt immer im konkreten gesellschaftlich-politischen Kontext unserer heutigen Situation, deren »objektiver Zynismus« den Widerstand aus der Kraft des Glaubens herausfordere. Deshalb schreibt sie darüber, »wie den Menschen Flügel wachsen – zur Umkehr aus dem Gewaltsystem«.

Uit haar boek ‘Jesus von Nazareth’ (met wéér een zin over opstanding);
Aber Gott ist nicht Mensch geworden, um, bildlich gesprochen, in seinem Himmel oder seinem Museum zu bleiben, und die Veränderungen des Glaubens gehören in die Geschichte der Inkarnation Gottes hinein. Inkarnation (Menschwerdung) bedeutet gerade, dass der Glaube eine Geschichte hat, eine unabgeschlossene, unsere Möglichkeiten freisetzende Geschichte mit einem offenen Horizont. Auch der Horizont einer möglichen christlichen Ethik ist offen. Wie wird sie künftig aussehen? Welche Haltungen werden ihr vorbildlich sein?
Wir gebrauchen hier das Wort Christus, weil es für ein solches Lernen, das nicht historisch, sondern praktisch interessiert ist, nicht genügen kann, auf den historischen Jesus zu blicken. Gerade wer aus seinem Leben und aus seinen Worten gelernt hat, dem wird es nicht genügen, dabei zu verharren und die weitergehende Geschichte Jesu zu ignorieren.
Seit 2000 Jahren steht dieser Jesus von Nazaret auf! Er verwandelt das Bewusstsein der Menschen, die ihm sein Versprechen glauben. Seit ihm und in ihm ist die Hoffnung auf der Welt gewachsen, und es gibt mehr Grund, Mut zu haben. In seinem Namen ist das Gesicht der Erde verändert worden. Sprechen wir von Christus, so nehmen wir das, was Franziskus oder Martin Luther King von Jesus gelernt haben, in unsere Beziehung mit auf; wir übernehmen die Schätze, die Menschen in der Begegnung mit Jesus gesammelt haben. Es ist der verstandene, der konkret entfaltete, der vorangehende, weiterwirkende Christus, von dem wir lernen können.
Dieser Weg Christi bis zu uns hin ist nicht umsonst gewesen. Aber um ihn als den Weg Christi zu erkennen, müssen wir uns auf den Mann aus Nazaret zurückbesinnen, weil uns in der Geschichte ja ebenso der missverstandene, der zurechtgestutzte, der den eigenen Interessen dienstbar gemachte Christus begegnet, der sich so leicht manipulieren lässt.
Schon wer ihn einfach mit den Worten der Väter weitersagt, manipuliert ihn, weil er mit den Worten der Väter zugleich die Welt der Väter zu bewahren versucht und damit die gegenwärtige Welt von diesem Christus fernhält, ob er will oder nicht. Auferstanden ist immer nur der Christus, der Gegenwart wird und der uns in unserer jetzigen Wirklichkeit die Wahrheit über unser Leben sagt. Tot bleibt der, von dem wir nichts lernen, der uns nicht verändert und der unser Gewissen nicht empfindlicher macht.

Ik denk dat ze die laatste zinnen in dat college heeft gezegd: ‘Auferstanden ist immer nur der Christus, der Gegenwart wird und der uns in unserer jetzigen Wirklichkeit die Wahrheit über unser Leben sagt. Tot bleibt der, von dem wir nichts lernen, der uns nicht verändert und der unser Gewissen nicht empfindlicher macht.’

Nog een citaat:
Was heißt dann aber für Dorothee Sölle Auferstehung?
Sie geschieht ihrer Meinung nach dort, wo wir die Sinnlosigkeit des Leidens, das entscheidend soziales Leiden ist, begreifen und uns für Veränderungen einsetzen. Dieser Einsatz führt wiederum ins Leiden, weil der Weg Christi in unserer Welt zwangsläufig ins Leid führt. Aber dieses freiwillig auf sich genommene Leiden ist sinnvoll. Wahrhaft
sinnloses Leiden bekommt durch diese "Geschichte der Auferstehung" einen Sinn für uns. Wir sind gefordert, dieses Leiden ernst zu nehmen und uns auf den Weg Christi zu begeben.

Ontredderd en met de ziel onder haar arm, na de scheiding van haar man, loopt de Duitse theologe Dorothee Sölle een Belgische kathedraal binnen. Ze gaat er zitten en dan schieten haar de woorden te binnen, die van Godswege aan de apostel Paulus gezegd werden: ‘Mijn genade is u genoeg’. Als nooit tevoren dringen deze woorden diep in haar ziel binnen, alsof ze op dat moment haar door God zelf worden ingefluisterd. Later zegt ze erover, dat dit een moment van grote ontroering is geweest en haar leven heeft veranderd en geïnspireerd, om moedig en vertrouwvol haar levensweg te vervolgen. (Ik ken precies diezelfde ervaring...)

Een geloofsbelijdenis van D. Sölle

Auferstehung heute

Ich glaube an Jesus Christus
der aufersteht in unser Leben
daß wir frei werden
von Vorurteilen und Anmaßung
von Angst und Haß
und seine Revolution weitertreiben
auf sein Reich hin.
Ich glaube an den Geist
der mit Jesus in die Welt gekommen ist
an die Gemeinschaft aller Völker
und unsere Verantwortung für das
was aus unserer Erde wird
ein Tal voller Jammer, Hunger und Gewalt
oder die Stadt Gottes...


Nog een geloofsbelijdenis

Ik zal niet geloven in het recht van de sterkste,
in de taal van het eigenbelang,
in de macht der machtigen.

Maar ik wil geloven in het recht van de zwakste,
in de open hand,
in de macht van de overtuiging.

Ik zal niet geloven in de scheiding tussen rijk en arm,
hoog en laag,
in voorrechten,
in de gevestigde orde,

maar ik wil geloven dat alle mensen mensen zijn,
dat de orde van de macht
en het onrecht,
wanorde is.

Ik zal niet geloven in het mechanisme van productie en consumptie,
in de mens als kostenfactor,
in de mens als wegwerpartikel.

Maar ik wil geloven in de arbeid als dienst,
in het werken aan de leefbaarheid van deze aarde,
in de menselijke solidariteit en verbondenheid.

Ik zal niet geloven dat ik de verdrukking elders kan
bestrijden
als ik het onrecht hier laat bestaan.

Maar ik wil geloven dat recht één is,
hier en daar,
dat ik niet vrij ben zolang nog een mens slaaf is.

Ik zal niet geloven dat alle moeite tevergeefs is.
Ik zal niet geloven dat de droom van de mensheid
een droom zal blijven.

Maar ik durf geloven - altijd en ondanks alles -

in de nieuwe mens,
in de andere weg.

Ik durf geloven in God's eigen droom:
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Credo geschreven door Dorothee Sölle

Glaubensbekenntnis

ich glaube an gott
der die welt nicht fertig geschaffen hat
wie ein ding das immer so bleiben muß
der nicht nach ewigen gesetzen regiert
die unabänderlich gelten
nicht nach natürlichen ordnungen
von armen und reichen
sachverständigen und uniformierten
ich glaube an gott
der den widerspruch des lebendigen will
und die veränderung aller zustände
durch unsere arbeit
durch unsere politik

ich glaube an jesus christus,
der recht hatte als er
"ein einzelner der nichts machen kann"
genau wie wir
an der veränderung aller zustände arbeitete
und darüber zugrunde ging
an ihm messend erkenne ich
wie unsere intelligenz verkrüppelt
unsere phantasie erstickt
unsere anstrengung vertan ist
weil wir nicht leben wie er lebte
jeden tag habe ich angst
daß er umsonst gestorben ist
weil er in unseren kirchen verscharrt ist
weil wir seine revolution verraten haben
in gehorsam und angst
vor den behörden
ich glaube an jesus christus
der aufersteht in unser leben
daß wir frei werden
von vorurteilen und anmaßung
von angst und haß
und seine revolution weitertreiben
auf sein reich hin

ich glaube an den heiligen geist
der mit jesus christus in die welt gekommen ist
an die gemeinschaft aller völker
und unserer verantwortung für das
was aus unserer erde wird -
ein tal voll jammer hunger und gewalt
oder die stadt gottes
ich glaube an den gerechten frieden
der herstellbar ist,
an die möglichkeit eines sinnvolleren lebens
für alle menschen
an die zukunft dieser welt gottes

Dorothee Sölle