Zondag 13 april 2008 – Dr. Kick Bras: 'Nou, mens, je weet wat je te doen staat...'

Deze blog heeft als aanleiding de woorden van Kick Bras over 'de wil van God'. Vooral de uitspraak 'Het hoogste mag het meeste van ons vragen'. Daar moet ik alsmaar over peinzen en ik begrijp het ook wel, maar toch. Waar kom ik dan in aanraking met 'het hoogste'? Wat is überhaupt het hoogste in mijn leven? Wat vraagt in mijn leven het meeste? Hoe verneem ik dat? Allemaal belangrijke religieuze dingen. En ik doe nu net of het alleen maar vragen zijn, maar ik kan echt wel antwoorden geven. Maar Bras zegt hetzelfde als Bart. Dus luister maar eens naar hem. Beluister (let op als je dit aanzet: het geluid direct zachter zetten, want de NCRV heeft het hard opgenomen) Woord op Zondag van zondag 13 april.

God kan van ons het hoogste en het uiterste vragen. In Gethsemané zegt Jezus: ‘Uw wil geschiede’. Hij kent overgave aan de wil van zijn Vader, met wie hij één van zin is. Hij wéét wat er moet gebeuren, wat Hem te doen staat. Het hoogste mag het meeste van ons vragen. Jezus spreekt over ‘de wil van mijn Vader’, heel intiem, iets wat van binnenuit komt.

We leven in disharmonie met ons eigen diepste willen: er zijn vaak twee willen in onze borst. Soms kunnen mensen deze onduidelijkheid niet aan. Daarom onderwerpen we ons graag aan ‘ander’ gezag. Dan hoef je niet meer zelf na te denken of zelf beslissingen te nemen. En er zijn altijd mensen, gezags-dragers, die die rol graag aannemen, die graag anderen de weg wijzen.

Laat uw wil gedaan worden, aan die uitspraak mag je geen autoritaire uitleg geven. Niet op die manier. Het is een gebed voor mondige mensen, ‘zonen en dochters van de Vader’. Mensen die een vertrouwelijke en verantwoordelijke levenswijze hebben.

Daarom geen godsbeelden die ons onmondig en angstig maken, die moet je doorzien en verwerpen, omdat die de lat te hoog leggen voor ons.

Micha 6: 1 Hoort toch wat de HERE zegt: Sta op, treed als aanklager op ten aanhoren van de bergen, en laat de heuvelen uw stem vernemen. 2 Hoort, gij bergen, de aanklacht des HEREN, ook gij, onwrikbare grondvesten der aarde. Want de HERE heeft een aanklacht tegen zijn volk, en met Israël wil Hij een rechtsgeding aangaan.
3 Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan en waarmede heb Ik u vermoeid? Getuig tegen Mij! 4 Immers heb Ik u gevoerd uit het land Egypte en uit het slavenhuis heb Ik u verlost, en Ik zond voor u heen Mozes, Aäron en Mirjam. 5 Mijn volk, gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraamde en wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde – van Sittim tot Gilgal, opdat gij het volle recht des HEREN moogt erkennen.
6 Waarmede zal ik de HERE tegemoet treden en mij buigen voor God in den hoge? Zal ik Hem tegemoet treden met brandofferen, met éénjarige kalveren? 7 Zal de HERE welgevallen hebben aan duizenden rammen, aan tienduizenden oliebeken? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de vrucht van mijn schoot voor de zonde mijner ziel? 8 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.

In het boekje Micha lees je: Ik heb jullie naar de vrijheid geleid, zegt God. (Wat wil je nou nóg meer? Waarom aanvaard je je vrijheid niet? Waarom heb je liever te doen met weet ik welke 'hoge machten' die een slaaf van je maken? Waarom geloof je alleen maar in 'voor wat hoort wat'? Denk zélf!) Het volk was in zijn denken overgeleverd aan de heidense, autoritaire goden. Het volk moest hoge offers betalen. Dus vragen ze aan Micha: ‘Hoe moeten we God verzoenen? Moeten we hem misschien ons ultieme offer brengen?’
Zoiets wil God niet. Ze hebben hun godsbeelden laten invullen met heidense goden. Daardoor zijn ze verward en onzeker geworden. Wat wil God eigenlijk van hen?
Dan zegt Micha: (hoogtepunt uit de bijbel) Er is jou gezegd mens wat goed is... Als je eerlijk bent weet je het zelf wel. Er wordt een beroep gedaan op de mondigheid van de mens. Mondigheid heeft iets van waardigheid, zelf inzien.

Wat het dan is: recht doen, trouw betrachten en nederig de weg gaan van je God.
Recht doen is wederzijds. Je leeft met elkaars noden en belangen, met solidariteit, verbondenheid. Iets anders dan ‘tot je recht komen’. ‘Laat uw wil gedaan worden’ betekent ‘Help ons om elkaar recht te doen’. De lat een beetje hoog leggen, niet uit angst of om jezelf op te offeren, maar uit liefde.

Trouw betrachten. ‘Chesed’ lief te hebben. ‘Chesed’, moeilijk te vertalen, vriendschap, is niet alleen iets tussen vrienden, duurzame goedheid, je bent goed voor elkaar, niet als gril maar duurzaam. Betrouwbaar, je bent er niet alleen als het gezellig is, maar ook als het moeilijk is. Maar omdat je ‘chesed’ liefhebt, het komt uit een warm hart. Niet kil en hoogmoedig, nederig wandelen met God.

Wandelen. Vertrouwelijke omgang met God. Dat is de wil van de vader. Wat wil God? Hij wil met ons wandelen. En al wandelend wijst Hij ons op onze taak. Nederig, met een eenvoudig hart. Aan Gods rechterhand wandelt Jezus, aan zijn linkerhand wandelen wij. Al wandelend rijst er een groot verlangen in ons op. Dat nu al de hemel op de aarde mag zijn.

‘Nou, mens, je weet wat je te doen staat’.

Woord op Zondag, 13 april 2008
‘Laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel’

Liturgie:
Orgelspel
Inleiding
Psalm 146: 4,5: Zing, mijn ziel, voor God uw Here
Schriftlezing: Micha 6: 6-8
Uit: Zingend Geloven 5 nr. 80: Wat vraagt de Heer
Overdenking
Orgelspel
Gebed
Gezang 48: 1,4: O onze Vader, trouwe Heer
Orgelspel