Van de Amerikaanse filosoof Robert Brandom (1950) las ik een zinnetje dat me tot nadenken bracht. ‘I think that we are better off learning to live without such a notion’. Er zijn dus woorden en ideeën die je gewoon maar beter niet kunt hebben. Want je kunt er eigenlijk niet goed mee leven, ze slurpen te veel van je energie. Ze zadelen je op met echte ‘unhelpful questions’, zoals Rorty het zei. Brandom is trouwens de kroonprins van Rorty.
Ideeën, beelden en gedachten, ervaringen, je laadt ze allemaal op je en in je. Voortdurend neem je dat allemaal met je mee. Je richt er je leven naar in. De zonde zit ‘em hierin, dat je met allerlei dingen je ware kern – de echte prioriteit – te zeer belast. Zijn er dingen die het waard zijn om de kern van je leven mee tot zwijgen te brengen? Ik denk het niet. Je eigen leven immers is toch een prioriteit, want anders kun je er ook niet zijn voor de ander?
De ander - jij - kán ik niet loslaten. De 'dingen' wel.
Een andere uitspraak van Brandom: ‘Ik versta onder filosofie de verantwoordelijkheid voor de bescherming en de verzorging van elke vorm van zelfbewustzijn’. (Gevonden in een Duitstalig artikel van Brandom: ‘Philosophie, wie ich sie verstehe, zeichnet sich durch Verantwortung für den Schutz und die Pflege jeder Art von Selbstbewusstsein aus.’) Dat is ook weer zo’n lekker pragmatische uitspraak. Pas op met wat je in je hoofd laat, met wat je toestaat om in je leven een rol te spelen.
De laatste tijd is ‘loslaten’ een woord dat ik regelmatig in de mond neem. Maar ‘loslaten’ is het ongedaan maken van een hechting. Hechten en loslaten staan tegenover elkaar. Ook loslaten kan dus een daad zijn, waardoor je datgene waarmee je niet kunt leven laat gaan, zodat je leven weer zijn eigen flow krijgt. Ergens vanuit de diepte komt het signaal dat iets niet goed gaat, dat ‘het’ in de verdrukking komt. Op goed geluk ga je dan na wat de echte energieverslinders zijn. En die ga je annuleren. Dan krijg je weer lucht.
Het is soms net alsof je denkt dat het leven mogelijk is op het niveau van de bijzaken. Je neemt te gauw genoegen met de dingen zoals ze zijn en zoals ze lopen. De afdaling naar de werkelijke kern stel je alsmaaar uit. Of je wijkt er aldoor voor uit. Je bent misschien ook bang dat je teveel loslaat, dat je niets meer overhoudt.
Maar de kern van je leven kun je nooit loslaten, de bijkomstige dingen wel. De kern is de grens. Je kunt dus gerust alles loslaten, álles. En als je dat gedaan hebt, dan kom je bijna vanzelf bij de kern. En tegen loslaten verzet je je, ik weet niet precies waarom. Omdat je niet tegen leegte kunt misschien. Of omdat je het te stil vindt. Maar ‘loslaten’ is dus een woord dat thuishoort op het veld van ‘boete’, van ‘metanoia’.
‘Sommige dingen wil ik helemaal niet weten’, zei iemand laatst tegen me. ‘Ja, maar moet je dan niet weten wat de laatste mode is bij Sting?’. ‘Hou op, dat wil ik helemaal niet weten!’. ‘Ja, maar dan ben je niet gekleed volgens de laatste mode!’. ‘Ik heb al genoeg andere dingen om me zorgen over te maken’.
‘Probably the most basic project is the elaboration of a notion of rationality that centers on categories of expression: making explicit in a form that can be thought and said what otherwise remains implicit, in what simply is or is done.’